Capiamo il bambino

Gepubliceerd op 20 juni 2025 om 15:47

Ik ben er om te ondersteunen, in eerste instantie niet voor jou.

Je zit tegenover mij, raakt overprikkeld van het geluid dat je potlood maakt als je schrijft.

‘Ik kan het allemaal niet, ik doe het nooit goed’.

Mijn hart breekt op dat moment en zelfs in de auto terug raakt het mij weer.

Afvragend waarom er niet eerder hulp is ingeschakeld en waarom niemand dit kind ziet.

Hoe rauw je bevestigd krijgt dat we vaak niet verder kijken dan het gedrag wat een kind laat zien, maar niet wat onderliggend is.

 

Ik gebruikte de quote van Maria al eerder ‘Proprio non hanno capito niente’.

Want hoe maak je iets duidelijk wat je voelt en niet wat zichtbaar is?

Maria zag het toen al en een vrouw ver haar tijd vooruit, zag het kind, maar ook de staat van het onderwijs. Nu 118 jaar later blijkt haar uitspraak meer van toepassing dan ooit. Want dit reikt verder dan alleen haar Montessori visie die we uitdragen op scholen.

 

Een paar weken geleden liep ik langs twee moeders die stonden te praten toen ik mijn kinderen naar school bracht.

Eentje hield mij staande en zei ‘Lau, jij kan en moet hier iets mee doen’.

'Want waarom begrijpt de leerkracht niet hoe het brein van mijn kind werkt?

Waarom ging het bij jou wel goed en daar niet?' 

Ook bij mij gaan dingen zeker niet altijd van een leien dakje en leer ik elke dag weer een hoop van de kinderen.

Maar er zit een verschil tussen passie voor het kind of passie voor het onderwijs.

 

Want het lijkt zo vanzelfsprekend dat wanneer je in het onderwijs werkt je automatisch passie hebt voor het kind.

Maar ik geniet niet van lesstof, leerplannen, toetsen, analyses, hogere resultaten en meer vakken die gegeven moeten worden als basiskennis.

Ik geniet van gesprekken met het kind, levenswijsheid en lessen mee te geven, te leren hoe de wereld om hun heen werkt, de blijdschap in hun ogen als ze lachen en de liefde die je geeft weer terugontvangt. Dat is voor mij het allergrootste goed van het onderwijs.

 

Hoe kunnen we spreken van inclusief onderwijs als we niet begrijpen hoe we moeten omgaan met kinderen die neuro divergent zijn? Oftewel, hokjes, labels. Alles kunnen we erop gooien aan externe hulp, terwijl het herkennen van ook hoort bij het bieden van de basiszorg. Zo, bam. Hier gooi ik even een bom op en er zullen bij veel mensen ongetwijfeld allerlei gevoelens naar boven borrelen.

 

Want waarom valt ‘anders denken, leren, voelen’ buiten de basiszorg?

Deze kinderen voelen zich onbegrepen, ongehoord, ongezien, omdat ze niet binnen de kaders van het onderwijs passen. Binnen de kaders van de normen die vanuit een ‘pedagogisch standpunt’ komen. Ik chargeer dit als ik zeg dat dit bij alle kinderen met een neuro divergent brein gebeurt. Maar de dagelijkse praktijk maakt dit pijnlijk duidelijk.

Ik spreek uit eigen ervaring als kind, tiener, puber en zelfs volwassene. Want hoe langer het duurt voordat je zelf begrijpt hoe je ermee moet omgaan, hoe meer je op moet lossen voor jezelf.

 

Want zien we deze kinderen echt of kijken we alleen?

Zie jij dat het kind begint te wiebelen met zijn benen onder zijn tafel, omdat het zijn best doet om zijn aandacht erbij te houden en dit de enige manier is om ervoor te zorgen dat hij aan jouw kader voldoet? Of zie jij een kind dat de anderen om zich heen stoort en niet wil stoppen als jij daarom vraagt?

‘Korte spanningsboog, kan niet omgaan met emoties, woedeaanvallen, fysiek naar anderen, schreeuwt, luistert niet’. Ik kan je nog tientallen begrippen vertellen die ervoor zorgen dat veel van deze kinderen opgroeien met een minderwaardigheidscomplex.

 

Mijn hart breekt het volledig als ik een kind hoor zeggen ‘ik ben nergens goed in’.

Een negatieve opmerking weegt zwaarder dan tien complimenten en bij kinderen met een neuro divergent brein is een negatieve opmerking een scheur in de vlindervleugels.

Het is onze taak om kinderen te laten opgroeien in verbondenheid met zichzelf en de wereld om hun heen.

 

Deze kinderen hebben geen volwassene nodig die tegen ze schreeuwt, ze afstraft om iets wat hun brein niet kan, wat ze nog niet geleerd hebben. Ze hebben iemand nodig die niet getriggerd raakt door gedrag en hun eigen triggers projecteren op het kind. Ze hebben iemand nodig die ratio en gevoel kan scheiden. Die herkent, maar ook erkent. Durf verder te kijken dan gedrag. Durf de triggers in jezelf aan te gaan, zodat je het kind ziet, echt ziet.

 

‘Capiamo il bambino’.

Laten we het kind begrijpen en het niet afstraffen voor het denken.

Minder vanuit het hoofd en meer vanuit het hart.

Want als leerkracht met een neuro divergent brein begrijp ik maar al te goed hoe het is om niet begrepen te worden, maar ook hoe (moeilijk) het is om te werken binnen strakke kaders.

 

Ze herinneren niet die ene rekenles die je gaf met een coöperatieve werkvorm.

Ze herinneren zich die leerkracht die hen liefde gaf, onvoorwaardelijk.

 

Open je ogen maar en zie wat ik zie.

Ik weet hoe mooi je bent, maar jij weet het zelf nog niet.

Het komt allemaal goed. Wacht nou maar af wat de tijd met je doet.

Het is nu nog te vroeg. Alles wat groot is, begon ooit klein.

Je hoeft niet meteen een vlinder te zijn. – Marco Borsato’.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.