Proprio non hanno capito niente

Gepubliceerd op 15 juni 2022 om 14:20

Ik heb lang zitten tobben hoe ik dit zou gaan schrijven. Welke invalsshoek ik zou gebruiken en hoe ik dit zou koppelen.

Maar eerlijk gezegd krijg ik met geen mogelijkheid dit grote onderwerp, het maatschappelijke probleem, gescheiden zodat ik er een beknopt stuk van zou kunnen maken.

 

Ik schrik wanneer ik een documentaire aan het kijken ben en dat de volgende uitspraken worden gedaan:

‘Kinderen weten niet hoe ze daarmee om moeten gaan en dan kunnen ze hard en kort door de bocht reageren.’

‘Het blijft een dingetje als je anders bent dan anderen, dan weten ze daar niet mee om te gaan’.

‘Het gaat om uiterlijke kenmerken of dat ik geen merkkleding aanhad’

‘Als mensen echt willen pesten, dan kan je ze niet tegenhouden’.

(bron: https://www.npo3.nl/3doc/08-02-2022/KN_1728555 : eindeloos gepest)

 

Er worden oplossingen gezocht door in gesprek te gaan met het kind dat gepest wordt, het te leren weerbaarder te zijn tegen de pesters. Er worden programma’s de school ingehaald om kinderen bewust te maken van hun gedrag en dat wordt 1 à 2 keer per week ingepland in het lesprogramma.

 

Wat is het maatschappelijke beeld van pesten? Wat wordt gezien als ‘normaal’?

Dat er groepjes ontstaan en kinderen niet mogen mee spelen? Wordt dat gezien als ‘dat hoort bij de ontwikkeling en worden ze hard van?’.

Deze uitspraak heb je vast wel eens gehoord.

 

Pesten is in onze samenleving een breed verspreid fenomeen dat noodzaakt tot een brede aanpak waarbij we iedereen nodig hebben.

 (Bron: https://kinderombudsman.nl/publicaties/rapport-in-eenzaamheid-gepest)

 

De minister van Onderwijs, Dennis Wiersma, schreef er een brief over aan de tweede kamer en er zijn zelfs beleidsagenda’s voor onderwijssegregatie en dan komen we weer uit bij de kansongelijkheid.

 

Bij mij gaat dan zoveel rond in mijn hoofd, want hoe is het mogelijk dat we blijven bij de, naar mijn mening, oppervlakkige aanpak van een maatschappelijk probleem?

‘Pestprotocollen zijn niet verplicht, maar scholen moeten wel beleid voeren op het voorkomen en aanpakken van pesten’ 

De oplossing is geen ‘les of programma’, maar zou een positieve levenshouding moeten zijn.

 

Binnen het Montessorionderwijs hebben we het over de grondhouding van leerkrachten.

Ik benoem altijd dat dat niet een grondhouding is die je alleen uitvoert op je werk, maar die je hebt als mens.

En dit is het meest lastige onderwerp om aan te kaarten, want ‘ik ben prima zoals ik ben en als anderen dat niet accepteren is dat toch hun probleem?’.

‘Maar dat kind is ook gewoon super lastig, het vraagt er gewoon om’.

Geloof mij, uitspraken die ik geregeld hoor en vooral de eerste riep ik een aantal jaar geleden ook wel eens.  Maar verder ontwikkelen en groeien als mens heeft mij veel geleerd en ik hoop dat ik iets in jou kan aanzetten tot nadenken. Zo niet, dan raad ik je aan het onderzoeksrapport van de kinderombudsvrouw te lezen en dan weer dit stuk.

 

Maria Montessori schreef het zo:

‘De Montessori leraar moet niet denken dat hij voor zijn beroep geschikt wordt uitsluitend door te studeren en een ontwikkeld mens te worden. Hij moet in de eerste plaats in zichzelf bepaalde eigenschappen van morele waarde ontwikkelen.

Fundamenteel is de manier waarop hij het kind beschouwt en dit mag niet afhangen van zulke uiterlijke factoren als uitsluitend theoretisch kennis van de eigenschappen van het kind of van onderwijsmethoden en gedragscorrectie. 

De leraar moet zichzelf innerlijk voorbereiden. Hij moet bij zichzelf stelselmatig nagaan om fouten te ontdekken, die belemmerend werken bij zijn omgang met kinderen.

De ware leraar is niet alleen de mens die tracht zich te verbeteren, maar ook die zich vrij maakt van alle barrières in zichzelf, die hem beletten het kind te zien. – Maria Montessori ‘ het geheim van het kinderleven’ .

  

Tja, die barrières en conditioneringen ofwel jouw referentiekader.

Want die zijn soms confronterend en komen voort uit je opvoeding of de omgeving waarin je bent opgegroeid. Nu zeg ik niet dat dit per definitie ‘verkeerd’ is, maar neem eens de tijd om bewust te kijken naar deze conditioneringen en patronen. Welke zijn echt van jou en welke heb je overgenomen van een ander? Stroken ze echt met hoe jij denkt en passen ze bij jou als mens?

Want hoeveel aanleg we ook hebben en hoe goed we ook ‘voorgeprogrammeerd’ zijn, de ontwikkeling van onze intelligentie wordt bepaald door onze omgeving. Dit betekent dus ook dat je je hele leven kan blijven ontwikkelen, hoe mooi is dat.

‘Je bent zoals je denkt – Michael Pilarczyk’.

 

Maar laten we dan weer even terugkomen bij het onderwerp pesten.

Wij als volwassenen hebben de immens belangrijke taak om kinderen te leren leven.

Dat we ze de vrijheid geven om ze te laten ontdekken wie ze zijn, wat hun talenten zijn en hoe zich dat verhoudt tot de ander.

Kinderen zijn van nature blanco. De omgeving vormt hun referentiekader, hun opvoeding, school, vrienden etc.

Wanneer een kind gepest wordt, ligt dit niet aan het kind en dat heeft al zeker niet een training nodig om te leren hoe het moet reageren op pest gedrag. Het kind dat pest? Kijk naar zijn referentiekader, waar komt dit gedrag vandaan en hoe maken we dit kind, maar ook vooral de ouders ervan bewust?

 

Binnen het Montessorionderwijs en ik spreek nu even uit eigen ervaring, want misschien zijn er wel dingen waar ik geen weet van heb, wordt er nauwelijks gepest.

Waarom dat is? Ik heb wel een vermoeden.

Ik las een artikel van Rutger Bregman en hij schreef het volgende:

‘Socioloog Evring Goffman gaf de volgende definitie:

Iedereen leeft op dezelfde plek, onder hetzelfde gezag.

Alle activiteiten worden samen uitgevoerd en iedereen moet hetzelfde doen.

De activiteiten zijn strak gepland, vaak van uur tot uur.

Er is een systeem van expliciete, formele regels die van bovenaf zijn opgelegd.’

(bron: https://decorrespondent.nl/13485/waarom-onze-kinderen-steeds-minder-spelen-en-wij-met-een-burn-out-thuis-zitten/518430825-18d3fc8d))

 

'Proprio non hanno capito niente' zei Maria in haar laatste levensjaar.

Ze hebben het niet begrepen.

In dat systeem ontnemen we de kinderen van een gevarieerd sociaal leven. In heterogene groepen kan elk kind profiteren van positieve en coöperatieve rivaliteit doordat jongere en oudere kinderen in dezelfde groep zitten.

Elk kind is bij ons uniek en volgt zijn of haar eigen ontwikkellijn.

Er wordt beaamd dat wanneer kinderen van een Montessorischool naar de middelbare school gaan, ze het veilige nest verlaten en zo in een best heftige nieuwe wereld terecht komen.

Maar daarentegen zijn deze kinderen verder in hun persoonlijke ontwikkeling, omdat ze hebben mogen ontdekken waar ze voor staan en wie ze zijn.

De omgeving waarin ze zichzelf hebben mogen ontwikkelen om een rijk, sociaal leven op te bouwen in vrijheid, gelijkheid en saamhorigheid.

 

Een voorbeeld van een tijdje geleden uit mijn eigen klas: Er kwam een jongen uit mijn klas op school in een jurk. Hij vertelde dat de jurk van zijn zus was geweest en dat hij hem zo mooi vond, omdat er poesjes op stonden. Ik gaf hem groot gelijk, want het was een prachtige jurk.

Ergens ging ik mijn hoofd de volgende gedachte rond ‘Oke, ik moet er goed op letten dat er geen nare opmerkingen worden gezegd’. Maar die gedachte was niet nodig, want ik had erop kunnen vertrouwen dat de kinderen uit mijn groep elk kind accepteert zoals hij/zij is.

Hij zat aan tafel met een ander meisje en dat gesprek liep als volgt:

M: ‘Wat heb je een mooie jurk aan’

J: ‘Dankje, hij is van mijn zus geweest’

M: ‘Hij staat je erg goed!’.

 

Prachtig, hartverwarmend en ik ben zo dankbaar dat de manier waarop ik voorleef overgenomen wordt door de kinderen. Hier is geen programma voor nodig.

Hoe jij reageert op de ander, praat over een ander en of jij kritisch kan kijken naar jezelf heeft effect op het gedrag van jouw kind of kinderen in de klas.

Dat is echt lastig. Want wijzen met de vinger naar een ander is makkelijker, dan wijzen met de vinger naar jezelf.

 

Laten wij er in ieder geval voor zorgen dat wij als volwassenen in deze omgeving elk moment van de dag laten zien dat elk kind er mag zijn, ongeacht hoe het eruit ziet, wat het aanheeft of geaardheid. Dit is voorleven. Ons gedrag bepaalt hun gedrag.

Maria Montessori schreef in haar boek ‘Aan de basis van het leven’ in 1948 al het volgende:

‘We moeten heel zorgvuldig op onszelf letten. De echte voorbereiding voor een opvoeder is de bestudering van zichzelf. Het opleiden van de leraar die het leven gaat helpen is veel meer dan uitsluitend het leren van de theorieën; het behelst ook de training van het karakter, de training van de ziel.’

 

Mahatma Gandhi zei ‘Be the change you want to see in the world’.

Laten we bij onszelf beginnen.

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.